Gezondheidsonderzoek
Het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht doet onder leiding van dr. Hille Fieten onderzoek naar ziekte-veroorzakende genetische mutaties bij Labrador Retrievers. Binnen dit project, dat door de LKN financieel wordt ondersteund, worden meerdere erfelijke aandoeningen tegelijkertijd onderzoek. Het gaat hierbij om de volgende aandoeningen:
Koperstapeling
De onderzoekers van het Expertisecentrum richten zich op meerdere genetische aandoeningen. Een daarvan is koperstapeling. Koperstapeling is een metabole aandoening, ofwel stofwisselingsziekte, waarbij Labradors koper dat ze binnenkrijgen via de voeding onvoldoende kunnen uitscheiden. Uiteindelijk ontwikkelen ze dan in veel gevallen een leverontsteking. ‘Als de aandoening niet op tijd ontdekt wordt, raakt de lever dusdanig beschadigd dat leverfalen optreedt, waaraan de hond kan overlijden’, vertelt Hille Fieten. ‘Bij ongeveer 50% van de Labrador Retrievers die bij de Universiteitskliniek terechtkomen voor een leverbiopt, is een te hoog kopergehalte aanwezig. Wanneer dieren in een vroeg stadium worden gediagnosticeerd, kunnen ze worden behandeld met voeding en medicatie. In veel gevallen hebben ze dan een normale levensverwachting. Maar helaas komen er ook nog regelmatig zieke Labradors bij onze kliniek waarvoor behandeling te laat komt.’
De onderzoekers hebben eerder al enkele mutaties gevonden die bijdragen aan koperstapeling. Fieten: ‘In het huidige onderzoek brengen we alle tot nu toe geïdentificeerde mutaties in kaart in de gehele populatie van Labradors die we onderzocht hebben. Ook willen we komen tot een zo goed mogelijk voorspellingsmodel om voor een individuele hond de genetische kans op koperstapeling te voorspellen en deze in een zo vroeg mogelijk stadium te kunnen behandelen, om klinische ziekte te voorkomen.’ ‘Daarnaast werken we aan het opsporen van koperstapeling met behulp van biomarkers. Hiervoor zijn twee studies gestart. De eerste studie heeft tot doel het metabole profiel van Labradors met en zonder koperstapeling en hepatitis in kaart te brengen en op zoek te gaan Projectupdate 2023 naar verschillen tussen honden met en zonder de aandoening. In de tweede studie hebben we een grote groep microRNA’s onderzocht in honden met en zonder koperstapeling. Vanuit dit panel micro-RNA’s kwamen er een aantal naar boven die een verband lieten zien tussen expressie en aanwezigheid van koper. Deze micro-RNA’s worden op dit moment getest in een grotere groep van Labradors met en zonder koperstapeling om te kijken of de gevonden verschillen bruikbaar zijn om als biomarker te kunnen dienen in een vroege diagnostiek.
Ectopische ureter
Er wordt ook onderzoek gedaan naar ectopische ureter. Een ectopische ureter is een aangeboren afwijking van de urinewegen waarbij de urineleider vanaf de nier richting de blaas op een verkeerde plaats uitmondt. Dit wordt veroorzaakt door een ontwikkelingsstoornis van de embryonale urinewegen en kan zelfs leiden tot het volledig afwezig zijn van een nier. De abnormale positie van de urineleiders kan ook zorgen voor urine-incontinentie. Recent stelden de dierenartsen-onderzoekers door middel van screeningsonderzoek vast dat bij zo’n 30% van de gescreende Labrador Retrievers die geen klinische klachten van ectopie vertoonden, de urineleiders toch op een afwijkende plaats zaten, variërend van wat te ver naar achteren in de blaas, tot uitmondend in de vagina of in de prostaat. De dierenartsen van de faculteit Diergeneeskunde maken zich hier zorgen over, omdat deze honden niet incontinent zijn, de eigenaar niks merkt en daarom de kans bestaat dat ze worden ingezet in de fokkerij. In het huidige onderzoeksproject proberen ze daarom de genen te identificeren die verantwoordelijk zijn voor ectopische ureteren bij de Labrador Retriever. Inmiddels is een genome wide association studie in Labrador Retrievers met ectopische ureteren uitgevoerd in 31 afwijkende dieren en 255 controledieren. Hiermee is een significant signaal opgepikt. Er wordt nu verder onderzoek gedaan in dit chromosomale gebied om de oorzakelijke mutatie te achterhalen.
Tricuspidaalklepdysplasie
Tricuspidaalklepdysplasie of Ebstein Anomaly is een aandoening van de rechter hartklep. De afwijking zorgt voor een lek in de klep en ook kunnen er ritmestoornissen ontstaan ‘We hebben DNA verzameld van 35 honden met de aandoening en 35 honden die door echografisch onderzoek van het hart door een veterinair cardioloog vrij zijn verklaard van deze aandoening’, vertelt Fieten. ‘Van deze 70 DNA-samples zijn SNP DNA-profielen opgesteld en is een genome wide association study uitgevoerd. Dit leverde een significant geassocieerd gebied op. Op dit moment worden 20 DNA-samples van lijders geanalyseerd op het gehele genoom om de oorzakelijke mutatie op te sporen.
Elleboogdysplasie (ED)
Behalve de hiervoor genoemde aandoeningen, komt ook Elleboogdysplasie (ED) regelmatig voor bij Labradors. ED is een verzamelnaam voor aandoeningen die betrekking hebben op verschillende beschadigingen van het ellebooggewricht van honden die ontstaan tijdens de groei. De erfelijke aanleg speelt een grote rol in het risico op de ontwikkeling van ED. Deze aanleg wordt bepaald door variaties in een groot aantal genen. De honden ontwikkelen kreupelheid aan de voorpoten en er ontstaat een chronische ontsteking (artrose) in het gewricht. Het is een aandoening die voor de hond vaak pijnlijk is en die leidt tot een minder goed kunnen functioneren. Het Expertisecentrum Genetica onderzoekt de erfelijke achtergrond van elleboogdysplasie bij de Labrador retriever. Enkele nesten van Labrador retrievers zijn nauwkeurig onderzocht op de aanwezigheid van elleboogdysplasie. Ruim de helft van de pups werd gediagnosticeerd met elleboogdysplasie. Een DNA-analyse liet twee plaatsen zien waar een mogelijke oorzaak gelokaliseerd is en er is een groot aantal varianten naar voren gekomen die verder zullen worden onderzocht.
Paroxysmale Dyskinesie (PD)
Dit is een erfelijke bewegingsstoornis die bij verschillende Labrador Retrievers is geconstateerd. Fieten: ‘Daarnaast komt er in het ras epilepsie voor. De verschijnselen van de twee ziekten lijken op elkaar hoewel de onderliggende verstoorde lichaamsfuncties zeer verschillend zijn. Onderzoek door een veterinair neuroloog is dan ook nodig voor een juiste diagnose. Het onderscheid is belangrijk voor de opheldering van de achterliggende oorzaken. Op dit moment hebben we een aantal cases van epilepsie en Paroxysmale Dyskinesie verzameld. Van deze honden is DNA geïsoleerd. Deze DNA samples worden onderzocht in een internationale samenwerking.’