Heupdysplasie
Door Drs. Walter Strikkers – Dierenkliniek Sleeuwijk
Heupdysplasie (HD) is een aandoening die frequent wordt waargenomen bij grote en middelgrote honden, maar soms ook bij honden van kleine rassen. Ook bij rasloze honden komt HD voor. Heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten, deze wordt veroorzaakt door erfelijke aanleg en milieufactoren. De pups worden in de regel geboren met in aanleg normale heupgewrichten, de deformatie van de heupgewrichten vindt dus pas na de geboorte plaats. Bij honden die gaan lijden aan heupdysplasie ondergaan de heupgewrichten een progressieve, degeneratieve verandering. Deze wordt gekenmerkt door een verslapping van het gewrichtskapsel, zwelling, verslapping en scheuring van het ligamentum teres (4) en abnormale ontwikkeling van heupkop en –kom. Hierbij wordt het gewrichtskraakbeen aangetast en aansluitend vinden meestal botwoekeringen (artrose (6) ) plaats.
Bouw van de heup
De heup is een kogelgewricht dat gevormd wordt door het bekken met de heupkom (1) en de heupkop (2) aan het dijbeen (3). Als we de onderstaande tekening bekijken dan zien we de heupkop en –kom uitvergroot. Het heupgewricht wordt gestabiliseerd door het ligamentum teres (4), het gewrichtskapsel (5) en, zeker niet onbelangrijk, de bilbespiering (7). Voor een goede functie van het heupgewricht is het noodzakelijk dat de heupkop mooi rond is en dat de kom voldoende diep is en de heupkop omvat.
Symptomen van HD
Het symptomenbeeld wat bij de aandoening past kan zeer variëren. Ook de leeftijd waarop de hond klachten krijgt kan erg wisselend zijn. De lijst met symptomen die hieronder beschreven zijn hoeven niet allemaal voor te komen, het kan een combinatie van een of meerdere symptomen zijn:
- Koehakkige stand van de achterbenen
- Moeilijk opstaan en lopen
- Wisselende kreupelheid van een of beide achterbenen
- Lopen met een gebogen rug
- Niet graag of moeilijk gaan zitten
- Waggelende en/of stijve manier van lopen met de achterhand
- Verminderd uithoudingsvermogen
- Problemen met springen en/of trappen lopen
- Verminderde bespiering van een of beide achterbenen
Oorzaken
Bij heupdysplasie kun je niet spreken over één oorzaak, het is een multifactoriële aandoening waarbij erfelijke aanleg en milieufactoren een rol spelen. Het gevolg is het ontstaan van een instabiel heupgewricht.
Zoals we bij bovenstaande afbeeldingen hebben gezien wordt het heupgewricht gevormd door een heupkop en –kom. Deze dienen precies in elkaar te passen. De normale kom omvat de kop voor ongeveer 50%. Indien de stabiliteit van het heupgewricht niet is gewaarborgd op jonge leeftijd, dan zal er bij de jonge, nog groeiende hond teveel speling tussen kop en kom ontstaan. Het gevolg hiervan is:
- De aansluiting van de heupkop en –kom kan onvoldoende worden of de heupkop kan zelf buiten de heupkom komen te liggen.
- De heupkop kan zijn ronde vorm verliezen en meer vlak van bouw worden. Het gevolg hiervan is dat de krachten minder goed over de gehele heup worden verdeeld.
- De heupkom kan ondieper worden.
- Er kunnen botwoekeringen (6) ontstaan rond de heupkop en –kom, dit t.g.v. abnormale slijtage van het gewricht.
- Het kraakbeen in het heupgewricht wordt slecht van kwaliteit.
- De gewrichtsvloeistof (synovia) veranderd van samenstelling en “smeert” het gewricht minder goed.
begin van HD | afvlakking kop en kom | deformatie kop en kom |
De erfelijke factoren die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van heupdysplasie zijn velerlei. Naast sterkte van het gewrichtskapsel en het ligamentum teres, zijn o.a. kwaliteit van bot, de hoek waaronder de heupkop de –kom raakt, de snelheid van groei, de stand van de achterbenen, de bespiering, etc. allemaal een gevolg van o.a. erfelijke factoren. Daarnaast zijn milieufactoren zeer belangrijk en zijn ook in positieve of negatieve zin te beïnvloeden. We moeten hierbij vooral denken aan:
- Overgewicht
- Voeding met een verkeerd calcium/fosfor-gehalte
- Te snelle groei van de hond door verkeerde voeding
- De mate, soort en duur van beweging
Het zal iedereen duidelijk zijn dat indien een hond zeer snel groeit de kracht van de bespiering vaak geen gelijke tred houdt met de grootte van de hond. De hond zal zeker bij een forse wandeling al spoedig niet meer met zijn spieren het gewicht kunnen dragen en de zijdelingse krachten opvangen, maar het gewrichtskapsel, het ligamentum teres en de heupkop en –kom moeten de krachten opvangen. Hierdoor kan verslapping van het kapsel en het ligamentum teres en slijtage van de kop en kom optreden.
Bij overgewicht zal per vierkante centimeter in het heupgewricht meer druk ontstaan, waardoor de heup meer belast wordt en we snel te maken hebben met overbelasting. De soort beweging die een jonge opgroeiende hond krijgt is zeer belangrijk. Bij een draaiende beweging van de achterhand heeft de heup namelijk de neiging om uit de kom gedraaid te worden. Hoe groter deze kracht is hoe groter de kans dat het gewrichtskapsel en het ligamentum teres opgerekt raken. Dit is dan ook de reden dat een jonge hond, tot een leeftijd van ongeveer 1 tot 1 ½ jaar meerdere keren per dag een beperkte wandeling moet maken, waarbij de nadruk moet liggen op rechtlijnige beweging. U mag dus best de hond af en toe een balletje laten halen, maar gooi het niet te ver en zeker niet te vaak. Een grove maat voor de duur van de wandeling is: het aantal minuten wat er met de hond per wandeling gewandeld wordt is gelijk aan het aantal weken dat de hond oud is. Gaat u met de hond naar een puppy- of gehoorzaamheidscursus, dan mag de hond best enige tijd met andere honden spelen, maar overdrijf het niet en zorg ervoor dat de honden qua grootte en kracht aan elkaar gewaagd zijn. Zeer belangrijk is het om de hond zo lang mogelijk geen trappen te laten lopen of over schuttingen te laten springen. Indien de hond te zwaar wordt om hem de trap op te dragen, laat hem dan rustig en aangelijnd de trap op lopen.
Diagnose
Aan de hand van de verschijnselen kunt U of de dierenarts de hond verdenken van HD. Het klinische onderzoek van het bewegingsapparaat kan deze verdenking onderbouwen. Bij het klinisch onderzoek wordt gekeken naar de manier waarop de hond loopt, de stand van de achterbenen, de bespiering van de achterbenen, het uiten van pijn bij het overstrekken van de achterbenen of een verminderde mogelijkheid tot het strekken van de achterbenen, het aanwezig zijn van krakende of raspende geluiden in het heupgewricht (arthrose (6) ) en de Ortolanitest wordt uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de Ortolanitest wordt gecontroleerd of speling aanwezig is tussen heupkop en –kom. Na het klinisch onderzoek is het nodig de diagnose te bevestigen d.m.v. röntgenologisch onderzoek. Hierbij wordt niet alleen vastgesteld of er al dan niet sprake is van HD, maar vooral ook de mate waarin er sprake is van bandslapte en afwijking in bouw van heupkop of –kom. De röntgenfoto’s die gemaakt worden kunnen bestaan uit opname van de hond met gestrekte achterbenen, maar er kunnen aanvullende foto’s gemaakt worden om de bandslapte aan te tonen (PennHipp® methode).
Het is aan te raden om bij honden van risico rassen niet te wachten tot de honden klachten hebben van HD, maar indien er twijfel is al op jonge leeftijd (4-5 maanden) foto’s te maken. Juist met röntgenfoto’s gemaakt met de PennHipp® methode is het mogelijk om vanaf een leeftijd van 16 weken de bandslapte in beeld te brengen. Vroeger werd geadviseerd om de foto’s rond een leeftijd van 8 maanden te maken, maar i.v.m. verandering van behandelingsmethoden is het beter de jonge leeftijd aan te houden. In de alinea over behandeling zal hier op teruggekomen worden.
Rashonden die gebruikt worden voor de fokkerij worden vaak (afhankelijk van het ras) op een leeftijd van 12 tot 18 maanden “officieel geröntgend”. Dit betekent dat de dierenarts de HD-foto’s maakt en deze foto’s worden beoordeeld door een onafhankelijk panel van dierenartsen die vervolgens een “cijfer” voor de heupgewrichten geven. De “cijfers” kunnen zijn A (= uitstekend) tot E (= zeer zware HD). Het is dus belangrijk te realiseren dat hoe sneller de diagnose wordt gesteld, hoe beter de prognose is. Indien een dier nog geen klachten heeft van de aandoening is de kans op een succesvolle behandeling vele malen groter dan wanneer de hond al enige tijd klachten heeft. Dit betekent dan ook dat het maken van röntgenfoto’s van de heupen, zeker bij risico rassen, het beste op een leeftijd van 4 tot 5 maanden kan geschieden. Op deze leeftijd kunnen minimale veranderingen zichtbaar zijn, maar door op tijd in te grijpen en een correcte behandeling in te stellen is een succesvolle behandeling van de heupen mogelijk.
Behandeling
Het is niet zo dat één bepaalde behandeling de beste resultaten geeft bij alle honden. Welke behandeling wordt ingesteld is afhankelijk van vele factoren: leeftijd, ras, klachten, gewicht, bespiering en mate van de aandoening. De volgende behandelingen zijn mogelijk:
Conservatieve behandeling
Bekkenkanteling (TPO = triple pelvic osteotomy)
JPS: juvenile pubic symphysiodesis
Heupkop verwijdering
Heupprothese
Conservatieve behandeling
Met deze behandeling wordt bedoeld dat er geen ingrijpende operaties worden uitgevoerd, maar dat er een aantal factoren worden geoptimaliseerd:
De verhouding gewicht/bespiering: de hond zal beter bespierd moeten worden en het gewicht van de hond moet optimaal zijn. De bespiering wordt getraind d.m.v. looptraining aan de hand of naast de fiets. Verder kan het gebruik van een anabolicum een versnelde toename van de bespiering geven en dus kan het gewenste doel sneller bereikt worden. Ook zwemmen kan een zeer positieve bijdrage leveren.
Het geven van ontstekingsremmende middelen, populair pijnstillers genoemd. Medicijnen zoals rimadyl®, metacam®, previcox® of onsior® zijn uitstekende middelen om de reactie van het kapsel, kraakbeen en bot tot rust te brengen. Dit zorgt ervoor dat artrose minder snel zal ontstaan en dat de hond de training makkelijker kan volbrengen. Het geven van medicatie die het kraakbeen van de heup in positief zin beïnvloeden is zinvol. Er zijn twee producten die wetenschappelijk bewezen hebben een positief effect te hebben: fortiflex® en cosequin®. De beweging wordt geoptimaliseerd, dit betekent gedoseerde rechtlijnige beweging, maar zeker niet spelen met stokken of ballen, trappen lopen en op en af de bank springen.
Deze behandeling is ook mogelijk als er reeds artrose is gevormd in en rond het heupgewricht. De leeftijd van de hond is minder bepalend.
Bekkenkanteling
Bij de bekkenkanteling wordt het bekken op 3 plaatsen doorgezaagd om vervolgens de heupkom over de heupkop te kantelen. Vandaar ook de naam Triple pelvic osteotomy. Het bekken wordt vervolgens gefixeerd m.b.v. een speciale plaat in de nieuwe uitgangssituatie. De prognose van deze behandeling is goed tot uitstekend, mits er zich nog geen artrose rond de kop of de kom heeft gevormd. Dit betekent in de regel dat de hond op een jonge leeftijd (onder 1 jaar) deze behandeling zal moeten ondergaan. Als het bekken rond de kop wordt gekanteld ontstaat er een groter draagvlak waardoor het heupgewricht weer stabiel wordt. Dit voorkomt slijtage van het heupgewricht op jonge leeftijd.
Juvenile pubic symphysiodesis
Bij deze behandeling wordt de groeischijf, die zich bij de jonge hond in het midden van het bekken bevindt, met een electrisch mes behandeld zodat de groeischijf sluit. Als de symphysis (groeischijf) gesloten is groeit de onderzijde van het bekken niet meer, maar de bovenzijde van het bekken wordt wel groter, hierdoor kantelen de heupkoppen zich makkelijker in de heupkommen. Een voorwaarde voor deze behandeling is dat de hond niet ouder is dan 16-20 weken, omdat anders de groei van de bovenzijde van het bekken onvoldoende zal zijn waardoor de kanteling van het bekken kleiner zal zijn dan gewenst met als gevolg een onvoldoende stabiele heup. Het voordeel van deze behandeling t.o.v. de bekkenkanteling is dat ingreep minder ingrijpend is voor de hond en dat de kosten ook lager zijn.
Heupkop verwijderen
Dit is geen behandeling waarbij een optimaal functioneren van het heupgewricht op de voorgrond staat, maar een behandeling om de pijn tegen te gaan (de pijn die ontstaan is t.g.v. de slijtage van het heupgewricht). Door de heupkop te verwijderen zal deze geen pijnreactie meer opwekken. De bilspieren zullen het dijbeen moeten gaan steunen en zullen “de last” moeten gaan dragen. Bij kleine tot middelgrote honden is dit een mogelijke behandeling, bij grote rassen is dit zeker niet aan te raden.
Heupprothese
Een bij de mens zeer frequent toegepaste behandeling, bij de hond is deze behandeling ook zeer goed mogelijk, alleen de revalidatie zal optimaal moeten verlopen anders is deze behandeling tot mislukken gedoemd. De kosten van het plaatsen van een heupprothese zijn zeer hoog (enige duizenden euro’s), de resultaten zijn goed, mits de bespiering bij de hond nog voldoende is en de hond nog voldoende vitaal is. Er zijn twee typen kunstheupen, de cementloze en de heupen die met cement vastgemaakt worden. Het cementloze type heeft de voorkeur.
Conclusie
Concluderend kun je stellen dat voorkomen natuurlijk beter is dan genezen. Bij de aanschaf van een pup dient gelet te worden of de ouders op HD onderzocht zijn en of de onderzoeksresultaten goed waren. Daarnaast zijn voeding, gewicht en beweging zeer belangrijk bij een jonge pup. Verder is het aan te raden om op een leeftijd van 4-5 maanden een foto van de heupen te laten maken, zeker bij dieren waar de verdenking van HD aanwezig is, of indien het risico rassen betreft.