PRA prcd test
De PRA prcd test is een test op basis van het DNA, die ons, voor het eerst in de geschiedenis van de dierengeneeskunde, een methode aanreikt om Progressive Retinal Atrophy (PRA) bij het fokken van Labrador Retrievers te bestrijden – door middel van controle op en beheersing van het prcd gen in de genen van het ras.
Sommige rassen kennen blindheid ten gevolge van een abnormale ontwikkeling van de retina, en dat noemen we dan een dysplasie (RD). Andere rassen kennen een traag voortslepende degeneratie of afsterving van het retinale weefsel, en dat noemen we degeneratie. Veel rassen worden geplaagd door deze twee vormen van de oogaandoening. Er kan een erfelijk aanleg zijn, maar soms kan het ok door andere factoren worden veroorzaakt (bv ziekte). Daarom is er een DNA test om uit te sluiten of het wol/niet erfelijk is indien het gediagnostiseerd wordt bij een hond.
De sleutel naar het succesvol elimineren van autosome recessieve aandoeningen is een betrouwbare identificatie van honden diegeen drager van het prcd gen zijn. Door middel van de PRA prcd test kan met zekerheid worden vastgesteld welke honden “genetisch vrij”, “niet-drager” of “homozygoot normaal” zijn. Deze honden kunnen slechts het normale gen op al hun pups overdragen, hetgeen inhoudt dat geen van hun pups ooit het prcd gen zal ontwikkelen. Met deze “vrije” honden kan altijd worden gefokt, zelfs met honden die drager van het prcd gen zijn. (prcd = progressive rod-cone degeneration, de vorm van PRA die o.a. bij de Labrador voorkomt).
Homozygoot betekent dat beide kopieën van het gen in je hond GELIJK zijn – dus beide normaal of beide prcd. Een drager heeft één normaal en één prcd gen.
De PRA prcd test is een marker test in plaats van een test gebaseerd op basis van mutatie van de genen. Dit betekent dat honden worden geïdentificeerd door een “vingerafdruk” van chromosoom 9, nabij de locus van het prcd gen, en niet door localisatie van de eigenlijke prcd mutatie. Het resultaat van de test is een genotype of patroon – een soort vingerafdruk – die ons in staat stelt honden in drie groepen te verdelen: de patronen/genotypes A, B en C.
Mogelijke resultaten van de PRA prcd test:
A I. Normaal (vrij) | Kan altijd mee gefokt worden | Zal nimmer prcd ontwikkelen |
B II. Niet aangetast (drager) | Waarschijnlijk drager van prcd | Zal nimmer prcd ontwikkelen |
C III. Hoog risico (lijder) | Waarschijnlijk homozygoot van prcd | Zal waarschijnlijk prcd ontwikkelen |
Er blijven nog een aantal vraagtekens bestaan ten aanzien van het risico van het fokken met honden met het patroon/genotype B en C, maar dat verandert niets aan de waarde of betrouwbaarheid van de prcd test bij de vraag of een bepaalde hond geschikt is om mee te fokken. De meeste “B” honden zijn dragers van het prcd gen, bij slechts een klein percentage is dit niet het geval. Geen enkele “B” hond zal prcd ontwikkelen. Bij het fokken dienen “B” honden uitsluitend partners te hebben die “A” zijn bevonden. Alle “C” honden zijn lijders, zijn homozygoot voor prcd, en de meesten zullen PRA ontwikkelen. Ook deze honden dienen slechts “A” honden als partner te krijgen.
Exacte resultaten van de prcd test voor Progressive Retinal Atrophy (PRA).
De PRA prcd test kan op elke leeftijd plaatsvinden en de resultaten zijn zeer nauwkeurig, dat wil zeggen: de testresultaten zullen altijd hetzelfde blijven en nooit veranderen door, hoe oud de hond ook wordt. De test hoeft dus nooit te worden herhaald.
Alle honden met het patroon A zijn homozygoot normaal. Dit resultaat is zeker en kan vanaf de geboorte worden bepaald. Geen enkele hond met patroon A zal ooit het prcd gen aan een pup kunnen overdragen. Geen enkele pup van een hond met patroon A kan worden aangetast door de prcd vorm van PRA; welk patroon de andere ouder ook heeft. Een pup van een patroon A ouder hoeft niet speciaal op PRA te worden getest, hij/zij kan gewoon geen prcd ontwikkelen.
Geen enkele hond met patroon A of B zal ooit PRA ontwikkelen. Dit resultaat is zeker en kan vanaf de geboorte worden bepaald. Wanneer je honden hebt die mogelijk (op basis van de geschiedenis van hun voorouders) prcd kunnen ontwikkelen, kun je door middel van de prcd test vaststellen met welke honden je veilig kunt fokken. Heeft de hond patroon A of patroon B, dan kan hij/zij definitief geen PRA ontwikkelen en is verder onderzoek niet nodig.
Alle honden die door prcd-PRA zijn aangetast, krijgen patroon C, en alleen honden met patroon C (lijders) kunnen PRA ontwikkelen of doorgeven. Alleen bij honden met patroon C is het zinvol ze op PRA te laten onderzoeken.
Omdat de Labrador Retriever ook andere (erfelijke) oogafwijkingen kan ontwikkelen, is het desalniettemin aan te raden de ogen van de honden, vanaf de leeftijd van anderhalf jaar, door een specialist te laten onderzoeken.
Hoe vindt het onderzoek plaats?
Voor de prcd-PRA test kan plaatsvinden, moet de dierenarts een klein beetje bloed afnemen. Zodoende is de kans het grootst dat het bloedmonster niet wordt besmet en het resultaat betrouwbaar is. Bij wangslijmvlies moet men rekening houden met kruiscontaminatie indien er niet zorgvuldig wordt voorbereid met het afnemen van de swab.